“… het is zaterdag en we zitten ondertussen in Yosemite National Park, ver van de bewoonde wereld: geen internet of gsm-bereik, het is even wennen. De afstanden die we de afgelopen dagen aflegden, zijn enorm. Vaak rijden we na een hele dag op de baan, pas na zonsondergang de bergen in naar een volgend Nationaal Park. De heuvels van het voorgebergte zijn begroeid met hoog gras - prairie’s - die deze tijd van het jaar goudgeel zijn. Prachtig.
Yosemite is een hele klim. File onderweg, dat belooft niet veel goed. We rijden hoger de bergen in: een brede vallei met groene open weides, omzoomd door hoge naaldbomen en steile granieten wanden. Hoge klippen, omlaag duikende watervallen, gigantische bomen, maar spijtig genoeg massa’s toeristen. Iedere Amerikaan wil 1x in zijn leven yosemite bezocht hebben, zoals moslims Mekka. De campings zijn een jaar vooraf al volzet. Met duizenden klimmen we langzaam de berg op naar een enorme waterval.
De jongens stappen in na volging van Tom Waes naar El Capitan om een klein klimmetje te wagen, terwijl ik achtergelaten op een open plekje in het bos, geen seconde gerust ben met al die zwarte beren in de buurt. Maar de wildlife is niet erg wild meer – herten zijn benaderbaar, eekhoorns knuffelziek. De rangers geven de raad eens luid te gillen als er een beer in je buurt komt...
Om 5 u houden we het voor bekeken en vertrekken terug naar de lodge. 2 zwembaden maar de boys gaan zwemmen in de warme rivier, dezelfde rivier die gevoed wordt door de waterval. Al vlug komen ze enthousiast vertellen dat ze goud hebben gevonden. De avondzon doet de fragmentarisch kleine drijvende goudschilfers glanzen in het water - wondermooi! En wat dan volgt, is hilarisch, met metalen kookpotdeksels uit het appartement spoelen ze grint in de rivier – en terwijl ik dit schrijf zijn ze aan de keukentafel met een pincet goudschilfers aan het plukken - goudkoorts!…"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten